zaterdag 25 juni 2011

Aantekeningen 20ste eeuw deel 2

Les 1 18-04

Abstract expressionisme ’45-’70 (voor het container begrip)
Non figuratieve schilderen vanuit de emotie.
De V.S , vee Europese kunstenaars zijn vetrokken naar de v.s B>V> Piet Mondriaan.
Guggenheim
Voorlopers            - Baziotes- niet geheel non figuratief
-       Gorky, de lever is de haan’s kam, geen samenhang in het schilderij en de titel.

  • Action painting/ dripping ’45-‘55
Jackpot Pollock, legt zijn doek op de grond. Hij en het werk zijn een. Staat in zijn werk. Maakt open schilderijen. Houdt niet op bij de rand.
Wanneer titel niets maken heeft met de afbeelding hoef je geen titel op te schrijven.

De Kooning. Heeft de leer van archetypen beschreven. Beelden die worden overgeërfd. Jung
Zonder dat hij het wilde kwam er telkens een vrouw op het doek, onbewust.

  • colorfield painting ’50-‘60
kleurvlekken, chaotisch qua samenstelling.
Motherwell
Kline non- figuratief
Rotho

l’art informel- informeel expressionisme
tachisme- gelijk aan colorfield painting
lyrische abstractie- action painting
l’art brut- kindertekeningen, terug naar de wortels
materie schilderkunst - meest essentiële onderdelen b.v. verf,schilderdoek enz.
cobra – Kopenhagen, Brussel, Amsterdam, kunstenaars opzoek naar het begin.
Manessier-tachisme
Bazaine
Soulage
Wols- Lyrische abstractie
Hartung
Du buffet –l’art brut, proberen kindertekeningen maar valt door de mand.
Fautrier- materie schilder
Burri – bezig met linnen
Tapies
Appel- cobra
Jorn – cobra creëert spreektaal voor volwassenen gebaseerd op kinderen.


Les 2 Postpainterly abstraction ’55 – ‘65
 Schilderkunst gebaseerd op het ratio.
Noland, zachte overgangen van ene kleurvlak na de andere
Olitski
Morris Louis, ritme orde meer compositie

  • Hard edge ’60-‘70
nog meer verstrakt.
Noland scherpe lijnen
Gene Davis
Kelly

  • Shaped canvas ’65-‘70
Ruimte bij het kunstwerk wordt steeds belangrijker
De wand is onderdeel van het kunstwerk.

  • Op Art ’75-‘80
Optical art, het lijkt of het beweegt. Beweging wordt een belangrijk. Of het werk zelf of de toeschouwer moet bewegen.
Vasarely, je wordt gedwongen voor het werk te bewegen.
Riley optische illusie

  • Pop Art ’55-‘75
Beeldtaal van de consumptie maatschappij. Kritiek loze kunst. Meest kunstenaars kwamen uit de reclame wereld. Nieuwsgaring, nieuws werd steeds oppervlakkiger. Steeds sneller. Pop art projecteert allemaal losstaande beelden. Pop art staat ook voor populair art. Hamilton, Collage. Echte poster cultuur.
Blake, plaatjes lezen
Londen en New York hadden een grote invloed op de pop art.
Alle Jones vrouw wordt gezien als sekssymbool, seksobject. Pin Up

Amerikaanse Pop Art
Rauschenberg, Jasper Johns. Amerikaanse vlag is heel belangrijk. Warhol. Erg geïnspireerd op reclame taal. Roy Lichtenstein, Wesselmanà Mond ,tepel,vagina


Les 3

·      Mel Ramos, miss cornflakes, 1964
·      Mel ramos, Lucky Lulu blonde, 1965


Nouveau Realisme 1950- 1975

Het houdt zich bezig met de consumptie maatschappij, maar wel om deze kritisch te bejegenen. In die zin staan ze in vergelijking met pop art, behalve dan met deze kritische noot. Een hechte club mensen die met namen materialen hergebruikte.

·      Yves Klein, Antrhopometrie 1960

Hij was min of meer de motor van deze groep en was telkens vooruitstrevend en verbazingwekkend.
Hij had bijvoorbeeld een wijze van werken waarbij de modellen beschilderd werden met verf en deze vervolgens over een doek heen te slepen onder genot van muziek.

·      Yves Klein, vuurschilderij, 1961

Hierbij stak hij materialen op het doek in brand en het restproduct van deze vernieling was dan uiteindelijk het schilderij.
Hij heeft niet meer alle zeggenschap of de controle over het eindproduct, het was in zekere zin overgelaten een het toeval.

·      Yves Klein, monochroom blauw, 1960

Twee schilderijen waarbij hij of blauw of goud gebruikte dit waren zijn kleuren.
Hij heeft vervolgens sponsen op het oppervlakte opgeplakt.

·      Arman, Accumulatie, 1960

Hij deed bij onze weggooi maatschappij dingen die andere weggooide, deden hun het verzamelen en gebruiken. Arman heeft bijvoorbeeld honderden bakken met spullen, van tandenborstels tot aan klokken etc. Etc. Deze bakken werden recht op gezet en was dus vervolgend kunst wat ze een accumulatie noemden

Accumulatie = een reliëf werk van objecten

·      Arman, colere, 1961 – 62

Hij deed net al Yves met vuur werken, hij stak instrumenten in de hens en vervolgens sloeg hij het twee keer kapot wat dan het uiteindelijke resultaat was.

Colere = woede uitbarsting

·      Cesar, Compression automobile, 1962

Hij zocht een geschikte auto op de vuilnisbelt waar vervolgens hij de auto deed persen en dat was dan het werk

·      Cesar, Duim, 1988

Hij vergroten ook elementen zoals deze enorme duim.

·      Christo, Wrapped cans en bottles

Misschien wel een van de grootste uit zijn tijd. Hij deed werk inpakken. Van kleine kopjes tot wolkenkrabbers en zelf eilanden. Het ging hem ook niet om het werk wat je uiteindelijk zag, maar om het proces om het tot stand te brengen. Vergunningen vragen, boeren tevreden stellen etc. Etc. Het duurt wel 10 jaar en miljoenen kost het om het te kunnen realiseren en hiermee probeert hij aan te tonen dat onze consumptie maatschappij eigenlijk te zot voor woorden is.

·      Tinguely, Narva, 1961

Hij gebruikt ook voornamelijk wegwerp artikelen, die op de vuilnisbelt te vinden zijn. Hij maakt machines die uiteindelijk moeten gaan bewegen. Bij bijna al zijn werken zit een knopjes waar je als bezoeker op kunt drukken zodat het gevaarte in beweging komt.
Naast zijn bewegende constructie in musea heeft hij ook een tal van fonteinen vervaardigd.

·      Niki de saint Phalle, Nanas, Hanover, 1974

De vrouw van Tinguelly, poppen met altijd vrolijke prints en dynamische opzet. Binnen het nouveau realisme was zij misschien wel de minste in haar soort.

·      Spoerri, schilderij valstrik, 1965

Hij werk met eten, hij nodigt mensen uit om te eten en drinken en te roken. Alles wat uiteindelijk op de tafel is gekomen en blijft daar liggen. Tot slot plakt hij alles en ieder detail vast en als dat droog is kantel hij de tafel en hangt hij deze met de poten tegen de muur wat dan het werk is.

·      Rotella, Marlyn, 1962

In de stad komen de affiche en reclame in de stad, me plakt poster over poster over poster door de jaren heen. Rotella probeert om de behanglagen er in een keer er van af te trekken en dat gebruikt hij vervolgens om een nieuw werk van te maken.

·      Villegle, 1965

Hij doet eigenlijk precies het zelfde als Rotella.



Fotorealisme 1970 – 2011

Het begrip realisme is in deze fout, de stroming had eigenlijk Fotonaturalisme moeten heten.
Het realisme, duidt op een kritische wijze op de wereld, het is een term van gustav courbet hij wil daarmee de ellendige leefomstandigheden van arbeiders tentoonstellen. Oftewel de beeld taal van het socialisme.
Feitelijk heeft fotorealisme hier niets mee te maken en slaat het ook nauwelijks een dergelijke kritische toon. In principe is het een Amerikaanse stroming, maar het gebeurt wel over de hele wereld

·      Chuck Close, zelfportret, 1971

Het uitgangspunt bij deze zijn de foto’s en dan met name de beeldtaal van de foto. Het zijn schilderijen die geschilderd worden als zijnde het een foto is.
Hij maakt een foto van zichzelf, daar maakt hij een dia van en die projecteert hij op de wand waar hij het vervolgens over tekent.
Als het schilderij af is word er weer een dia van gemaakt om er een drukwerk van te maken.
Het is de wereld van de fotografie, het opblazen, het diafragma, sluitertijd zijn er ongekende mogelijkheden om je foto weer te geven of zelfs aan te passen.
Bijvoorbeeld het opblazen van foto,s hebben ze afgeleidt van de Pop-art  en je kunt zeggen dat het een neefje is van deze stroming.

Langs de fotografie word er ook de computertechniek ontwikkeld word. Hierdoor kun je pixeltechniek ontwikkelen.

·      Don Eddy, Auto’s, 1971

Het zijn ook schilderstudies, hoe kan je bijvoorbeeld glas en weerkaatsing zo goed mogelijk weergeven.
Het merendeel van deze mensen komt uit de VS.
Het werk refereert zich hier ook het meeste aan.

·      Estes, spirit, 1996
·      Richard Estes, Broad street NYC, 2003
·      Ralph Going, Airstream, 1970
·      Ken Danby, Uit de zomer, 1938

Soms zijn het ook oude foto,s de nageschilderd word.
Het is een vaardigheid om dit te kunnen en niet perse een artistiek kunnen

·      Franz, Gertsch, Les Saintes Maries-de-la mer, 1971
·      John Salt, Ironmongers, 1981
·      Dieter Asmus, skitoerist, 1977

Een aparte schilder die lichtelijk surrealistisch werk levert binnen deze stroming,

·      Peter klasen, ETR, 1977
·      Gerhard Richter

Hij is niet alleen een abstracte schilder of een non-figuratieve, maar kan ook nog eens fotorealistisch werken.

·      Antonio Lopez Garcia, Eigen huis, 1971

Een van de weinige die zijn werk vervaardigd doormiddel van potlood.

3d fotorealisme:
bij madame tussaud is niets meer dan een ontmoeting met bekende die je zelf graag wilt doen.


·      Duane Hanson, supermarkte, 1969

Hij werkt met doodgewone mensen in hun doodgewone setting zoals ieder van onze. Hierbij ga je niet naar iemand die je wilt ontmoeten, maar naar het beeld van de werkelijkheid.

·      John de andrea, model naakt


Wat je ook tegenkomt is mensen in figuurlijke houdingen die je niet zo snel in de werkelijkheid tegen zult komen, ook deze vallen onder de stroming.

·      Ron Mueck, Vrijend paartje, 2005
·      Ron Mueck Naakte man, 2000




Minimal Art   1965 - 2011
Het is een intellectuele kunstvorm, het begrip minimal duidt er op dat terug willen naar de basis en het minimale. De uitgangspunten.
Het is een filosofische stroming, waarbij we opzoek zijn naar de uitgangspunten van de beeldende kunst. Deze uitgangspunten zijn bijvoorbeeld: materiaal, het formaat, ordening, compositie, het middel en de toeschouwer etc.

·      Carl andre, brandstapel en houtconstructie, 1960

Hierbij is het kunstwerk er pas als er een toeschouwer is, zonder dat het gezien word kun je niet spreken van een kunstwerk. De fysieke relatie tussen beide is daarom ook van belang. Blijf je zitten, loop je om het werk heen of wat doe je om het werk te bekijken. Uiteindelijk is de ervaring van de toeschouwer van doorslaggevend.



Les 4 Minimal art 1965-1980
Vaak grootschalig
Filosofische vorm van kunst. Minimalistisch werk werd vak ook niet door de kunstenaars zelf gemaakt. Installaties in de ruimte. Toeschouwers worden hierbij betrokken. Kunnen niet ontvluchten. Democratisering van de kunst.

Rigor Serra een van de belangrijkste kunstenaars van minimal art. Werkt met staalplaten.

Sol le wit eindeloos veel kubussen gemaakt.
Dan Flavin lichtkunst met neonbuien

Environment, installatie
Tijdelijk karakter. Betreft een ruimte die tot kunst wordt gemaakt. Werk van dada erg van invloed geweest op beeldende kunst.
Kienholz (en vele anderen) de toeschouwer bepaald het beeld. De interpretatie.

Toeschouwers worden soms ook betrokken bij het opbouwen van het kunstwerk vorm van social art.

Installaties kunnen soms heel erg dicht bij de werkelijkheid staan dat je je afgevraagd of het wel kunst is. Het moet wel echt alledaags zijn.
Tegenwoordig hedendaagse kunst is heel persoonlijk. Dicht bij de kunstenaars.

Land art, diversiteit en grootschaligheid. Door consumptie maatschappij werd het landschap vernield. Kunstenaars maken zich zorgen.
Richard Long à wandelen, sporen nalaten dus kunst.
Smithson maakt hele grote werken. Materiaal moet wel verplaatst worden en dat kost miljoenen.

Vaak doelloze operaties maar de kunstenaars zijn wel heel kritisch. Tegen de maatschappij aanschoppen. Alle miljarden die aan de nutteloze zaken worden uitgegeven.

Jan Dibbets toonde telkens weer aan dat de aarde rond was.

Les 5 Happenings  1960 en Performances  1970 8 juni
Alle 5 de zintuigen worden betrokken bij het kunstwerk. En zo wordt de toeschouwer dus ook meer betrokken.
Performances:Tentoonstelling wanneer de kunstenaar zijn lichaam ter beschikking stelt. Happeningsà wordt de toeschouwer gevraagd iets te doen.
Kaprow de Godfather van de Happenings. Deze hadden een ludiek karakter.
Dingen aankaarten mensen bewust maken van en proberen dingen te laten veranderen. B.v. traditionele rollen van man en vrouw. Deze handelingen zijn vaak onbenullig maak maken wel bewust en uiteindelijk gedragsveranderingen.
Performances ann Halpin
Soundings robert rauschenberg. Veel lawaai was belangrijk voor het werk.
Vostel organiseerde politiek. Gearrangeerde happenings.

Jim Dine een van de eerste die een performances deed. Ook heel ludiek
Sommige kunstenaars doen iets met hun lichaam. Body artà vaak je lichaam pijnigen, toetakelen, snijden enz.

Concept kunst ’60 tot nu
Gaat om het idee. Niet om de uitwerking. Soms volgde deze ook heemaal niet.
Ruggenmerg gumt de tekening van de kooning uit leeg vel papier
Canzone 1961 doosje met poep. Je hebt iets van de kunstenaar.
Om Kawana maakt elke dag een schilderij met de datum
Kosulth tautologie 3 vormen van een stoel
Sol Lewitt laat anderen schilderen brengt alleen het concept.

Les 6 14 juni
architectuur na 1945
  • brutalisme ’45 tot nu
betonbouw gewapend goedkoper en snel.
Le Corbusier, unite d’habitation. Flat om geboren te worden, te leven en om te sterven. Alles is hier aanwezig. Winkels, bios enz. Corbusier à modulor (menselijke maat)
Woningsnood na de oorlog. Antwoord is betonbouw/skelet

Representatieve bouwkunst b.v. Olympische spelen. Steden proberen indruk te maken via architectuur.

  • modernisme
recht toe recht aan. Zet zich af tegen de overbodige details en decoraties.
  • high tech
Neemt steeds meer toe. Invloed van computer, techniek. Je herkent niet meteen de functie van het gebouw.

  • ecologische architectuur ’70- ’80- nu
veel groen op daken, ballonnen.

  • postmodernisme ’60- tot nu
(na de moderne bouwkunst) venturi grijpt terug op bouwstijlen van voorheen.
Richard meier à trappen altijd buiten en zijn gebouwen zijn altijd wit.
Knipoog naar de architectuur van het verleden.

  • deconstructivisme ’80 tot nu
lijkt heel instabiel. Rem koolhaas meest bekende Hollandse architectuur.


Abstract expressionisme (na de tweede wereldoorlog) 1945-1970
Action Panting (valt onder abstract expressionisme) 1945-1955
Collorfield Painting: 1959-1960
L’art informel 1945- 1960 de informele kunst, abstractie, non-figuratiefe kunst. Franse variant van het abstract expressionisme.
Postpainterly abstraction (verenigde staten) 1955-1965
Hard edge 1960-1970
Shaped canvas 1965-1970
Pop-art 1955-1975

Nouveau Realisme 1950-1970
Fotorealisme 1970-tot op de dag van vandaag
Minimal art 1965-1980
Environment en Installaties 1960 tot heden
Land art-1970 tot heden
Happenings (1950) en Performances (1960)
Concept Kunst 1950 tot nu


Architectuur na 1945
Brutalisme 1945 tot nu
Modernisme 1945- tot nu
High Tech 1960 tot nu
Postmodernisme 1960- tot nu
Ecologische architectuur 1970 tot nu
Deconstructivisme 1970 tot nu


zondag 22 mei 2011

Aantekeningen 20ste eeuw

Les 1

Post impressionisme 1890-1910
Na impressionisme
Deze bevat meerdere stromingen die hier onder vallen. Houdt zich bezig met fotografie. De compositie is die van een foto. Waarschijnlijk is er ook daadwerkelijk geschilderd vanaf een foto.

  • pointillisme (is een tussenfase)
seurat, baders te asnieres 1883-1884
op weg naar de non figuratieve kunst.

Subject en object staan in verband met elkaar.

Impressionisten schilderde voornamelijk de bourgeoisie , hogere stand, weekend lui.
Pointillisme was inhoudelijk het zelfde. Allemaal puntjes. Je oog voegt deze puntjes samen tot een kleur.

Seurat, zondagmiddag op het eiland grande Jatte 1889-1890
Seurat, het circus 1891
Seurat de parade 1889
Signac, de eetkamer 1887
Signac de haven van rotterdam 1907
Morbelli voor 80 cent 1895
Seurat le chahut 1889-1890 (compositie van een foto)

  • Symbolisme, symbolen (meerdere interpretaties mogelijk)
en tekens (eenduidige betekenis)
Gustave moreau, oedipus en de sfinx 1864
Moreau, de verschijning 1875 1885

Elke kunststroming houdt zich bezig met een vorm van werkelijkheid religieuze, mythologische, fotografische werkelijkheid enz.

Redon, oogballon 1878
Redon, odilon mystery

Beardsley de climax 1893
Beardsley isolde 1895

Puvis de chavannes, dood en de maagden 1873
Puvis de chavannes, de heilige generieke waakt over Parijs, 1889 1898


Les 2

Onderdeel van het symbolisme is het kunstenaars groepje: Nabis.
Deze kunstenaars gingen samen werken. Dit gebeurde steeds meer. Een van die kunstenaars is de franse Vuillard. Heel decoratiefà abstract.

Vuillard de lezeres 1896

Beroemdste sigarendoosje is die van Sérusier, het liefdesbos 1888
Werkelijke kleuren worden ingewissld. Paarse boomstammen.

Gauguin hoort ook tot die groep. Hij is bevriend geweest met Vincent van Gogh.
Gauguin , van gogh schildert zonnebloemen
Gauguin, aluscamps 1888 ook hier worden de kleuren van het object veranderd.
Gauguin, visioen na de preek, jacob worstelt met de engel.

Gauguin speelde ook met verleden en “heden”. Dit werd door elkaar gehusseld.
Gauguin de gele Christus 1889. Zowel tijd als kleur worden veranderd.

Gauguin, vrouwen op Tahiti 1891
Gauguin het witte paard 1898
Van gogh aardappeleters 1885
Van gogh het nachtcafé 1888 , gemanipuleerd met kleuren.
Probeert een bepaalde stemming weer te geven. De sfeer.
Voorloper op het expressionisme.
Van gogh café terras bij nacht 1888
Van gogh zelfportret 1889
Van gogh de sterrennacht 1889

Cezanne Christus afdaling ter Helle 1865-1870
Experimenteert vooral met  vorm. Vader van de moderne kunst. Voorloper op het kubisme. Cezanne ziet de wereld als een kristal (picasso).
Cezanne zelfportret 1879
Cezanne Monte Saint Victoire 1885
Hier zie je duidelijk de hokje. Deze berg heeft hij heel vaak geschilderd. De vlakken werden steeds abstracter. Een andere obsessie was het schilderen van stilleven.
Cezanne, stilleven met groene pot en tinnen kan 1867-1869.
Het tafereel is wel geordend/ gerangschikt.
Cezanne stilleven 1883-1887
Hij maakte heel veel bewuste fouten. Vel schots en scheef. Hij deformeerde de werkelijke vorm.

Jugendstil onderdeel van het Post Impressionisme.
Art Niveau
Komt vooral voor in de grote industriële steden, Parijs,  Praag, Nancy, Brussel, Glasgow, Wenen.

De nieuwe rijken. Deze waren rijk geworden door de industriële revolutie. Ze wilden zich onderscheiden van de oude rijken. Namelijk de kerk en de staat. Beeldtaal was toen heel klassiek.
Guimard Castel Beranger 1893-1895
De nieuwe rijken hielden erg van ambachtelijkheid. Dat maakte het uniek.
Iets wat met de hand gemaakt is is ook duur. Ze willen a - symmetrische vormen, dure materialen, organische vormen, vloeiende lijnen.
Guimard entree metro in Parijs 1898

Gallé vaas met Syrische motieven 1880
Uit Nancy. Vazen à jugendstil. De vaas is nu een sier object.
Rijke gaan op vakantie, reizenveel. Hotels zijn erg luxueus.
Horta, hotel Tassel, Brussel 1892-1890

In Noorwegen staat een groot museum van Henry van de Velde.
Met zijn Bureau, kandelaar,huizen,stoel enz, rond 1898.
Henry van de Velde, huis bloemenwerf+stoel, Ukkel 1895
Henry is de oprichter van Bauhaus.

Er kwamen reclame posters ook in Jugendstil. Ook door Henry van de Velde.

Toorop delftsche slaolie
Endell, stoel +atelier Elvira Munchen 1897-1898
Olbrich metro basisplaats wenen 1897 1898
Olbrich wiener secession wenen 1898
Gemeenschapsgebouw werd werk tentoongesteld en verkocht.
Otto wagner kirche am steinhof
Koepelkerk centraal bouw heel decoratief.

Klimt beethoven fries de vijandige machten1902
Klimt onkuisheid, onmatigheid, wellust 1902

Grust servies 1902
Had zijn werk in het olbrich aangeboden.

Veel Jugendstil in spanjeà barcelona. Parc Guel gaudi 1900-1914
Ebenzer howard had een boel geschreven. City garden 1896
Guel wilde ook zo’n city garden. Dat idee is nooit helemaal voltooid. Bij 1e wereld oorlog is het gestaakt. Guell was tegel fabrikant. Vandaar alle mozaïek. 2 gebouwen zijn gerealiseerd. Poortwachter plus zijn eigen atelier. Gaudi = trekkracht is drukkracht de koepels.
Gaudi case batllo 1904 veel organische vormen en dure materialen.
Gaudi casa mila 1906-1910
Gaudi dubbel stoel 1906-1910
Gaudi sagrada familia vanaf 1882
Alois korda villa henlenka praag 1903

Mucha de brunette 1897 vele poster gemaakt, de dans 1898, fuchsia collier 1905

Mackintosh glasgow strakke vormgeving veel symmetrie. Hill house, helensburgh 1902
Beardsley de schoenen van assepoester
Beardsley isolde kan ook onder Jugendstil.
Kubisme

Fundamenteel breken met de kunst van de oude wereld. Uitvinding vondst van picasso.
Picasso was spaans , acrobaten familie 1905
Subjectief – objectief
Tot deze tijd altijd subjectief. Een werkelijkheid een invalshoek. Picasso wilde deze werkelijkheid vanaf meerdere blikpunten, meerdere invalshoeken.--> kubisme

Picasso gertrude stein 1906
Die vrouw heeft 168x voor portret gezeten.
Les demoiselles d’avignon (hoeren in avignon) 1907

Analitisch kubisme 1907
Weergeven van organische vormen in kubisme. 1910
Picasso drie vrouwen 1908
Minder ruimtelijk dan het renaissance beeld

Braque huizen te ‘e estaque 1908
Braque Groot naakt 1908

Hermetisch kubisme
Picasso portret van vollard 1910
Vrouwelijk naakt 1910

Braque de portugees 1911

Synthettisch kubisme ontdekker van collage.
Stilleven met stoelmatting
Werkelijk wereld  met geschilderde amen brengen.
Brauque  krant, fles, pakje sigaretten
Picasso gitaar, krant glas en fles 1913

Picasso  Vrouw in leunstoel 1913
Picasso  mandoline 1914 3d collage
Picasso  drie muzikanten 1921

Guernica 1937 politieke prent

Jean gris flessen en met 1911
Jean gris picasso 1914

Leger vorm contrasten 1913
Leger kaartspelers 1917
Kiest voor cilinders (Tubisme)





Les 3

Kubisme- bezig met vormen
Vanuit het kubisme komt Orfisme –orfheus  1910 1914

Delaunay saint-severin no.3 1909
Er kwam en mengeling tussen de kleur van het expressionisme en de kubistische elementen. (kandinsky expressionisme heel veel kleur)
1911 delaunay de rode toren
1914 delaunay eerbetoon aan bleriot
Er komt belangstelling tussen kleur en beweging

Kupha organisatie van grafische motieven 2 1912-1913

Driedimensionale kubisme
Duchamp-villon le cheval majeur 1914
Archipenko de gondelier 1914

Architectuur
Praag  Tjechie
Gocar winkelpand in praag 1912
Zuilen en raamdelen zichtbare kubistische elementen.
Chochol, villa praag 1912
Wotruba wotrubakirche wenen 1914-1916

Fauvisme en expressionisme 1905-1914
Frans                           duits
Erg gericht op kleur

Matisse luxe, rust en sensualiteit 1904-1905
Matisse open raam collioure 1905
Gebruikt geen object kleuren (kleuren die passen bij het object)
Matisse vrouw met groene streep 1905
Matisse vreugdevol leven 1905-1906
Matisse harmonie in rood, de rode kamer 1909
Werd heel primitief getekend/geschilderd

Derain haven 1905
Grote nadruk op de dikke grote contouren.
Op weg naar non figuratieve kunst.
Dufy straat in le havre 1906

Maurice de vlaminck, stoomboot op de seine 1906
Maurice de vlaminck, andre derain 1906
Maurice de vlaminck boten op de seine 1906

Marquet haven van hamburg 1909
Heel kinderlijk

Kees van dongen vrouw portret 1919
Met name gespecialiseerd in vrouwenportretten wel honderden gemaakt. Heel primitief geschilderd.

Duitsland
Munch de schreeuw 1893
Munch puberteit 1894

Expressionisme noord Europese stroom. Edward munch was de voorloper.
Munch levendans1899
Heel erg op gevoel gericht

Nolde kruisiging 1912
Nolde dans rond het goude kalf 1910

Die bruchke in dresden een groep kunstenaars ook wel der blauwe reiter bij munchen.

Die brucke:
Nolde
Kircher liggend naakt 1909
Kircher Japanse met parasol 1909
Veel interesse in cultuur. Vreemde cultuur.
Eindeloos veel schilderijen van naakte mensen in een landschap.
Kircher zelfportret als soldaat 1915
Ze waren extreem tegen de oorlog.

Pechstein zomer in de duinen 1911
Heckel die brucke tentoonstelling

Affiche kunst
Ze richten zich vooral op de blokdrukken met hout. Stempeltechniek.
Heckel dans in het dorp 1908

Der blauwe reiter
Kandinsky portret van gabriele munter 1909
Kandinsky stelletje te paard 1906-1907
Kandinsky begraafplaats en domineeswoning te kochel 1909
Kandinsky kerk te mournau 1910
Kandinsky eerste abstracte werk 1910 (eigenlijk eerste non figuratieve werk)
Enkel en alleen kleur. De kleuren zijn het onderwerp op het doek.
Kandinsky schrijft  twee belangrijke boeken:
*uber das geistige in der kunst
*von punkt zur linie
Kandinsky luister naar muziek en laat deze leiden.
Schonburg componeerde alleen met tonen, kleurtonen. Beschouwd de muziek net als schilderkunst.





Les 4 08-03

Expressionisme
Kandinsky, berg 1911-1912
Je ziet hier nog een berg in. Vanaf toen noemt hij zijn werk composities met een nummer. Steeds groter verwantschap met de muziek. Soms kreeg het een bijnaam en dan zoek je ook meteen naar de betekenis.
Kandinsky legt het initiatief bij de toeschouwer. Deze moet zelf bepalen wat diegene ziet.
Marc, gele koe 191
Marc blauwe paard 1911
Expressionist met kubistische invloeden.
Marc stallen 1913
Marc noodlottige dieren 1913
Marc vechtende vormen 1914
Gaat ook over op een vorm van non figuratieve kunst

Macke vrouw 1914
Kunstenaar bedenkt zelf de kleuren
Macke , Marc en Kandinsky behoren tot de Blauwe Reiter, Munchen.

Futurismme 1909-
Futurum = toekomst

1909 marinetti (Italiaan) gebruikt de franse krant om een manifest uit te geven (een bericht van de idealen). Dit wordt mode in de kunst wereld.
Ze zijn pro oorlog, anti vroeger, anti oudheden, anti vrouwen en verheerlijken de industrie symbolen voor de toekomst.

Balla straatlantaarn 1909
1910 organiseerde hij zijn eigen begrafenis in rome.
Balla dynamiek van een hond aan een lijn 1912.
Balla meisje op balkon lopend 1912
Altijd beweging,. Groot verschil met kubisme. Ding werd van alle kanten bekeken . nu beweegt het object voor de toeschouwer.
Balla vlucht zwaluwen 1913
Balla snelheid van de auto 1913  abstract
Balla figuur in beweging
Balla abstract snelheid geluid
Balla Rond ‘ 14 meer non figuratief 1913-1914
Balla form spirit transformator 1914
Fascinatie gaat nu naar de beweging van de fantasie van de mens.
Balla boccioni’s vuist 1915
Balla lijn van snelheid en sterkte 1913-1914

Cara, het uitgaan van het theater1909
Cara begrafenis van anarchist Galli 1911

Boccioni, straat opstootje 1910
Boccioni de stad ontwaakt 1910
Boccioni gedachten toestand van hen die gaan 1911
Boccioni gedachten toestand van hen die blijven 1911
Boccioni gedachten toestand van hen die het goed maken 1911
Boccioni elasticiteit 1912
Boccioni dynamiek van een fietser 1913
Boccioni ontwikkeling van een fles in de ruimte 1913
Boccioni een unieke vorm van continuïteit
Boccioni dynamiek van een hoofd van een man1914
Boccioni dynamiek van een hoofd van een vrouw 1914
Boccioni dynamiek van een voetbalspeler1914
Boccioni aanval van lansiers 1915

Severini Blauwe danser 1912
Severini zee danser 1914
Rond 1914 wordt steeds non figuratiever.
Severini rode trein passeert een dorp 1915

Sant’ elia futuristische stad 1914
Russolo intonarumoc 1914

Dada 1916 tegen de oorlog
1914 eerste wereld oorlog - 1918
beeldtaal van de anti oorlog . Zij ontkende compositie toeval was belangrijker normaal denker hiel niet leidde tot oorlog. Men trok naar Zwitserland . Ook marcel Duchamp. Men kwam samen in het caberet voltaire 1916
Baargeld  het menselijke oog en een vis 1920

Marcel Duchamp de bruid 1912
Eerst nog een beetje een futurist.
Duchamp overgang van maagd naar bruid.
Duchamp naakt de trap af dalend 1912

Les 5 15-03

Dada 1916-1922

Duchamp fietswiel op krukje 1913
Duchamp chocolade molen 1914
Duchamp flessendrager 1914 remake 1963
Duchamp vrijgezelle machine 1915-23
Duchamp met geborgen geluid 1916
Duchamp Fontein 1917
Duchamp blijde 1917
Duchamp tu m’ 1918

Hij kiest iets anoniems en maakt het bekend.
Dingen belachelijk maken



Duchamp LHOOQ 1919
Duchamp doos in koffer 1941-1949
20 stuks van gemaakt, was zijn laatste werk.

Arp, collage met vierkanten, toeval
Arp berg tafel ankers 1925
Ook driedimensionaal
Arp 5 witte en 2 zwarte 1935

Max ernst onzin machine tekenig 191901920
Onzin ontwerpen, onzin maken
Max ernst de olifant celebes 1921

1922-1923 overgang op het surrealisme

Raoel Hausmann, der geist 1919
Raoel Hausmann de kunstcriticus 1919
Raoel Hausmann dada siegt 1920
Allemaal willekeurige objecten die niets met elkaar te maken hebben. Onsamenhangend
Kurt schwitters vliegwiel 1920
Van afval kunst maken. Bleef van alles toevoegen
Kurt schwitters merbau Hannover 1920 1933
Hij is drie keer begonnen, eerst in Duitsland vanwege de oorlog naar Olso en toen naar Londen.

Theo van Doesburg  1921
Letterklankbeelden in de stijl. Wederom geen samenhang.
Theo van Doesburg samen met Schwitters kleine dada soiree 1922

Rusland: rayonisme, suprematisme, constructivisme

Rayinisme optelsom van kunststromingen
Larionov Blauw rayonisme 1912

Van 1927-1991 was non figuratieve kunst verboden. Daarvoor na de revolutie was het straatkunst.
Van 1917-1921 turbulente periode communisten waren de baas.

Kunstenaars vertrokken uit Rusland.
Larionov een haan 1912
Larionov portret van een man 1913

Goncharova de fietser 1912
Goncharova vliegtuig boven de trein 1913

Malevich, oogsters 1912
Malevich sneeuwstorm 1912
Malevich de Engelsman in moskou 1914
Malevich zwarte cirkel 1913 men zei later dat hij tussen 1923 en 1929 gemaakt is.
Malevich Suprematisme 1915

Talin, model voor het monument voor het derde internationale constructivisme 1919
1917 revolutie waarbij kunstenaars gevraagd werden
Talin, blauw contrareliëf 1914
Constructivisme door middel van lassen, schroeven, samen voegen
Ruimte is ook belangrijk. Onderdeel van het beeldhouw werk.
Talin vliegtuig 1932 stoel 1927

Rodtsjenko, hangende constructie 1919

Pevsner portret van duchamp. 1926

Naum Cabo hoofd van een vrouw 191701920
Naum Cabo kolom 1923
Constructivisme= een non figuratieve vorm van kunst

Altman boog voor de generale staf petrograd 1918 (ontwerp schets)
Altman winterpaleis 1918
Gebouwen werden ingepakt dit was bedoelt voor feesten.

El Lissitzky Prounkamer 1923
Non figuratief allemaal proun met een cijfer erachter. Affiches, propaganda.

Suetin Inktpot 1920
Suprematische non figuratief

Stepanova soldaten van rode leger 1930
Popova vrouwen emancipatie al heel ver in rusland de mode was er ook erg modern.

Les 6 22 maart

de stijl 1917-1931

Mondriaan alleenstaand huis 1898-1900- ter voorbeeld
Er werd een tijdschrift uitgebracht de stijl door Theo van Doesburg.
Beeldmiddelen rood blauw geel zwart wil en grijs.

Wie behoorde tot de stijl? Mensen die in het blad stonden.

Mondriaan molen bij zonlicht 1908
Mondriaan de rode boom 1908
Mondriaan de grijze boom1912
Mondriaan de bloeiende appelboom 1912
Mondriaan Stilleven met gemberpot 1912
Mondriaan lijn met leur 1913
Mondriaan compositie in ovaal 1914
Mondriaan compositie no 6 1914
Mondriaan grijze lijnen 1918

Mondriaan is op zoek naar de universele kunst. Niet persoonlijke kunst.
Bij het maken van lijnen moeten ze anoniem zijn. Niet te herkennen door wie ze gemaakt zijn. Niet persoonlijk.

Mondriaan compositie in ruitvorm no 7 1919
Is de diagonaal een hoofdlijn? Van Doesburg vond van wel. Mondriaan van niet.

Mondriaan compositie a. 1920
Mondriaan new york city 1 1940
Mondriaan broadway boogie woogie 1943-44

Huszar de schaatse rijders 1917
Huzar miss blanche 1926

Bart van der Leck mijn tekening spanje 1914
Bart van der Leck de kat 1914
Bart van der Leck studies voor mijntritiek
Bart van der Leck ruiter 1918

Theo van Doesburg Compositie in grijs 1919
Theo van Doesburg de zaaier 1922
Ruzie tussen Doesburg en Mondriaan over diagonale. Diagonaal is een primaire lijn zegt van Doesburg. Mondriaan stapt op.

Ook bouwkunde, rechte lijnen. Rietveld Schroderhuis 1924
Oud wijk in hoek van holland1924-1927
Met mallen de huizen waren allemaal identiek en dus anoniem.


Bauhaus
Begon in Weimar 1919 Dessau 1924 Berlijn 1932
Betrekkelijk kleine school maar wel met hele beroemde docenten.
Begon met een manifest. Bauhaus belangrijkste kunst vinden ze zelf.
Terug naar het handwerk. Grondlegger van moderne kunst en architectuur. Elke vorm van detail wordt weggelaten.

Woonideaal
Mies van der Rohe paviljoen 1929
Geen scheiding van leefruimte. Wel muren maar geen deuren. Nauwelijks een grens tussen binnen en buiten.
Ludwig Mies van der Rohe et wolkenkrabbers op pootjes in de vs. Recht toe recht aan. Walter Gropius minimale ruimte en maximaal wonen

Bauhaus hield zich ook bezig met theorie der kunsten.
Itten
Schlemmer
Mohdy nagy
Klee altijd wel figuratief gebleven/
Breuer buisconstructie typisch voor bauhaus heel persoonlijk materiaal
Marianne brandt baas metaal werkplaats. Een van de bekendste docente.

 Les 7 29-03
surrealisme 1923
superrealisme à boven de werkelijkheid. Bezig met de verbeeldingskracht van de mens. Al voor het surrealisme waren er al kunstenaars die bezig waren met surrealisme dit waren de voorlopers.

Henry rousseau, de slapende zigeunerin 1897
Henry rousseau de droom 1910
Tekent vooral plaatsen waar hij nooit geweest was. Hij had geen opleiding,
Alles vanuit de fantasie

Chagall, ik en mijn dorp 1911
Chagall zelfportret met 7 vingers 1913

De chorizo misterie en melachonie van een straat 1913
Scuola meta fysica, school voorbij de natuur.

1923 discussie tussen romeense dichter tzara en een franse schrijver breton.
Tzaraà dada

Dadaïsme brak alles af. Wat moest er nu nog afgebroken worden?
Breton vond dat dada ook afgebroken moest worden. In 1923 gingen veel dadaïsten surrealistisch tekeken. Het waren communisten. Er werd ook een communistisch manifest uitgebracht.

Freud 2 oedriften
Liebestrieb en todestrieb

Mason ecriture automatique )krabbelen 1927
Fumage techniek- roken
Wolfgang paalen, magnetisch onweer 1938
Zwarte rook walk plekken.

Dali vrouw aan raam 1925
Droombeelden

Vlekken schuren over papier

Max ernst bijeenkomst van 1923 vrienden )leden van surrealisme)
Breton gaf de bevelen

Max ernst ubu imperator 1923
Max ernst twee kinderen bedreigd door een nachtegaal 1924
Max ernst in der wildernis 1941

Tonguy mama papa is wounded 1927

Miro catelaans landschap met jager 1923-1924
Miro, hond blaft tegen maan

Dali volharding van het geheugen 1931
Dali metamorfoses of narcissus 1937

Magritte dit is geen pijp 1928

Magisch realisme onderdeel van het surrealisme. Twee verschillende werelden samenvoegen tot een.
Renee magritte de verkrachting 1934
Delvaux het aanbreken van de dag 1937
Willink de jobstijding 1932
Dijke koch stilleven met appels en peer 19944
Dick ket stilleven met eieren 1935

Giacometti het paleis om 4 uur s’ ochtends 1932
(drie dimensionaal surrealisme)
giacometti zwevende kogel
giacometti zittende figuur 1941


les 8 5 april
 bouwkunst 1900-1940
a.jugendstil1890-1910 art nouveau
Horta hotel tassel in brussel 1892-93
Gaudi casa batllo, barcelona. Hij plaatse zuilen onder een bepaalde hoek voor meer ondersteuning.
Olbrich
Ottowagner

b. nieuwe bronnen 1910-1940
er wordt na de eeuwwisseling nagedacht over woningbouw vooral voor mensen met minder inkomen.
Nieuwe zakelijkheid
Berlage beursgebouw in Amsterdam 1896-1903
Travee= tussen de 2 bogen in. Gaat terug naar een middeleeuwse traditie.
Materiaal is wel modern.

Loss, bankgebouw wenen1910
Doorbraak is in de moderne bouwkunst.hij schreef een boek: Ornament und verbrechen. Hij vindt ornamenten crimineel. Het werk aan ornamenten is overbodig en kan beter besteed worden aan het werken aan het gebouw. Meer aandacht voor de sloppenbuurten.

Frank Lloyd Wright illionois 1901
Werkt met binnen buiten ruimtes ballonnen. Veel horizontale lijnen. Relatie tussen natuur en cultuur.

Behrens, turbinehalle berlijn1908-1909
Combineren van oude elementen met nieuwe.gebouwd op scharnierpunten want het metaal zette uit.
Gropieus schoenenfabriek 1919-1914 een hoek van glas. Was toen heel bijzonder. Uniek.

De stijl
Rietveld schroderhuis1924
3 primaire kleuren, horizontaal, verticaal

Bauhau door gropieus 1925-1926

Mies van der Rohe, Duitsland paviljoen, barcelona 1929
Geen deuren en gangen. Bauhaus leidt tot internationale stijl.
Mies van der Rohe  glazen wolkenkrabber 1920

Corbusier domino huis
Gebouw staat op palen. Neemt niets van natuur af. Maar voegt toe. Muren zijn niet meer dragend. Skelet bouw. Maken van vide.

Alles moet volgens menselijke maat.

Van der vlugt en brinkman
Peutz, glaspaleis, Heerlen 1933
Misschien wel belangrijkste gebouw van nederland.
Ook de fascisten deden mee in deze stijl.
Organische gebouwen 1910-1940
Perret notre dam raincy 1922-1923
Rondlopende structuren skelt van gewapend beton.
Max berg
Hans pelzig
Tritz hoger
Medelsohn heel veel organische vormen
Taut glashaus Keulen 1914
Alles was van glas
Steiner elk raam was anders
Amsterdamse school de klerk telefooncel. Veel ronde bouwelementen.

donderdag 4 november 2010

Tekst analyse

De Hellenistische periode   330v. Chr. -  30 v. Chr.

Hellenisme gaf in taal het verschil aan tussen de sprekers van het Grieks en de inwoners van het rijk van Alexander de Grote.
Alex stierf in 323 v. Chr. Hij werd maar 32 jaar. Zijn opvolgers (diadochen genoemd) kregen zijn erfgoed.
Ptolemaeus kreeg- Egypte met Alexandrië als hoofdstad. Zuiden van Syrië, hoofdstad: Antiochië
Seleusus – De rest van het rijk Azië, hoofdstad: Pergamum. Tigris: hoofdstad: Seucia.
Antigonus- Macedonië
Deze heersers waren natuurlijk Grieks en spraken Grieks. Dus de cultuur verspreide zich over een enorm gebied. Er werden veel steden gebouwd, ieder voorzien van tempel, gymnasium, theater enz. Alles volgens de Griekse stijl.
Deze hoofdsteden waren erg groot en belangrijk. Door hun handel, wetenschap en industrie.
De twee levensfilosofieën van die tijd waren:
Stoïcisme- deugd beloont zichzelf.
Epicurisme- zonder deugd geen geluk.
Filosofen als Aristoteles, Euclides, Archimedes en Erathothenes ontdekten de natuurwetenschappen en de wiskunde.
Rond 330 v chr. werden de Seleuciden verdreven uit het oosten en in 141 v. Chr. werd Mesopotamië veroverd. Het einde van de Hellenistische periode. De Romeinse Republiek bloeide in tijd juist op. De Romeinen waren dol op de Griekse beeldhouwkunst. Deze werd bewonderd en verzameld. Zoals de de Venus Medici. Zij is een van de 33 kopieën van het verloren origineel. Ze lijkt op de Aphrodite van Cnidus (klassiek). Bij de Venus Medici is alles wat zachter en gevulder, minder geïdealiseerd.  Door haar armen krijgt ze een draaiende beweging.
De Apollo van Belvedere is ook een Romeinse kopie. Het lijkt alsof hij danst.
Beide beelden werden later vele malen beroemder dan ze ooit waren in hun eigen tijd.

Moeilijke woorden:
Pastisch :  een kunstwerk wat bestaat uit meerder kunstwerken. Tegenwoordig wordt het woord ook wel gebruikt bij een vorm van plagiaat.
Amorfe: letterlijk betekenis: zonder vorm
Kosmopolitische: steden die vatbaar zijn voor verandering en elkaar beïnvloeden.

Tekstanalyse:
Ik heb de tekst op blz 167, 168 en 169, De Hellenistische periode gelezen.
Na twee keer de tekst gelezen te hebben  ben ik het vervolgens gaan samenvatten, zie hierboven. Op zich stonden er niet al te veel moeilijk woorden in de tekst, maar je moet wel even je concentratie erbij houden. Vele woorden werden al in de tekst zelf uitgelegd op de drie woorden hierboven na. Deze heb ik eerst achter in het boek opgezocht, zonder resultaat, en later op het internet.
Ik vond dat deze tekst in het kort goed weergaf hoe de Hellenistische periode verlopen is. Toch vond ik de tekst niet echt wat bijdragen aan de afbeeldingen.
De afbeeldingen werden wel toegelicht, over hun vorm en houding. Maar ik vond niet echt de relatie met de tekst. Is bijvoorbeeld het verspreiden van de Griekse cultuur van invloed geweest op deze beelden. Waren het de natuurfilosofen die met hun wetenschap er deels voor gezorgd hebben dat de beeldhouwkunst minder geïdealiseerd werd? Enz. Verder een mooie tekst.